Dit is een wijngebied in het zuidwesten van Italië, dat grenst aan de Tyrreense zee. Aan de oostkant wordt het gebied begrenst door de Apennijnen. De meeste wijngaarden liggen hier op 200-600. De regio is met name bekend om 3 witte druiven soorten: Falanghina, Greco en Fiano en de rode druif Aglianico.
Het is een klein wijngebied en beslaat ongeveer 3% van alle Italiaanse wijngaarden (29.000ha). Het gebied wordt steeds bekender om zijn Aglianico wijnen en rondom de Vesuvius zijn de wijnmakers van Lacryma Christi bekend aan het worden met hun rosé.
Klimaat
Warm mediterraan, daarom liggen veel wijngaarden iets hoger om wat koelende effecten te ondergaan. De meeste druivenrassen hier zijn laat rijpend. Hierdoor zijn ze gevoelig voor regen in de herfst. Er is een behoorlijk verschil in dag en nacht temperatuur hier. Hierdoor wordt het groeiseizoen langer en kunnen de druiven beter rijpen.
Bodem
Grofweg genomen vind je hier kalksteen, klei en vulkanische grond
- Kalksteen (Limestone) en klei in de heuvels. Wat een mooie balans geeft tussen snelle drainage en water retentie.
- Fiano di Avellino DOCG (witte wijn van Fiano)
- Greco di Tufo DOCG (witte wijn van Greco)
- Taurasi DOCG (rode wijn van Aglianico)
- Vulkanische en zandgrond rondom de vulkaan bij Napels
- Campi Flegrei DOC (witte wijn van Galanghina en rode wijn en rosé van Piedirosso.
- Vesuvio DOC (witte wijn van Coda di Volpe en rood van Piedirosso
- Alluviale sedimentaire bodem in gebied tussen Napels en Benevento.
- Sannio DOC
- Benevento IGP
Druiven
De meest aangeplante druif is Aglianico (29%). Op nummer twee staat Falanghina (12%). Barbera (7%), Malvasia (6%), Sangiovese (6%) en Greco (4%). Dus rood en wit wisselen elkaar mooi af.
Falanghina
Werd lang gezien als een werkpaard. Sinds de jaren 80 wordt deze druif wat populairder. Hij is goed bestand tegen ziektes, maar de druif kan snel verschrompelen aan het einde van het seizoen, dus je moet op tijd plukken. Hij is mid-laat rijpend, dus gevoelig voor regen in de herfst. Aroma’s van appel, witte perzik en grassige tonen met een medium (+) zuurgraad. Meestal geen eiken. De DOC Falanghina del Sannio is verantwoordelijk voor ongeveer 1/3de van de wijnbouw in Campania van deze soort.
Greco
Dit is een uitdagende druif, omdat hij gevoelig is voor rot en meeldauw. Daarnaast is hij ook niet erg vigoureus. Maar hij doet het dan weer goed in de hitte en bij droogte. Vaak Guyot of Cordon getrimd zodat ze mechanisch op wat vlakkere wijngaarden te bewerken zijn. Hij heeft een lang groeiseizoen nodig en de druiven worden vaak pas in oktober geplukt. Typisch voor deze wijnen zijn dat ze donker lemon van kleur zijn, hoog in alcohol met een kenmerkende oily texture. De wijnen hebben meestal geen eiken gehad.
Fiano
Deze druif is dus minder dan Falaghina en Greco aangeplant in Campania maar wel een hoogkwalitatieve druif die goede wijnen kan maken. Na de 2de wereldoorlog is deze druif gered door de Mastroberardino familie. Hij rijpt laat en kan pas in Oktober geplukt worden. Heeft wel een dikke schil, waardoor goed bestand tegen botrytis. Wijnen hebben een aroma van bloemen, perzik en hazelnoot en een waxy karakter. Deze wijnen kunnen 8-10 jaar liggen. Meestal hebben ze geen hout gehad.
Aglianico
De meest aangeplante druif in Campania en hij staat voor krachtige, charismatische rode wijnen. Dit is een vroeg knoppende zwarte druif, die dus gevoelig is voor vorst in de lente. Hij heeft een lang groeiseizoen nodig om de tannines goed te laten rijpen. Daarnaast ook nog eens erg vigoureus, dus goed snoeien is een vereiste. Gevoelig voor botrytis en dus regen in de herfst. Uit onderzoek blijkt dat deze wijn niets met de Grieken te maken heeft en waarschijnlijk zijn oorsprong in Zuid-Italië heeft.
Aroma van rozen, rode pruim en bramen (blackberries). De hoge tannines kunnen wat zachter worden door te rijpen eerst op grote houten vaten en vervolgens nog in de fles. De beste Aglianico wijnen komen van wat hoger gelegen wijngaarden (200-600m). Vaak is een lange maceratie gebruikt (>20 dagen) en worden Franse Barriques gebruikt, maar ook grote houten vaten.
Piedirosso
Dit is een oude rode druif uit Campania, die licht rode wijnen maakt met niet te veel tannines en aroma van rood fruit. Hij groeit met name rondom Napels. De druif heeft een dikke schil en is dus goed bestand tegen botrytis. Er is hier met name een zandbodem, waardoor phylloxera zich niet verspreid en je dus nog originele wijnstokken vindt. Van oudsher werden de wijnstokken erg hoog gesnoeid om maar veel productie te leveren. Nu meer Guyot of spur cordon om de kwaliteit te verbeteren. Hij wordt laat geplukt, maar het alcoholniveau is laag (12-13%). Piedirosso is een wijn om jong te drinken. De druif wordt ook gebruikt om de Aglianico wijnen wat zachter te maken en wat frisheid en parfum aan toe te voegen. Rijping op roestvrijstaal of soms wat oud eiken.
Wijnbusiness
Je ziet hier met name veel privaat bedrijven in de wijnhandel, maar er is ook een grote coöperatie La Guardiens, die ongeveer 15% van de productie in Campania voor zijn rekening neemt. Sinds 2019 neemt de export toe.
Belangrijke naam in Campania is Mastroberardino. Een inmiddels 10de generatie van wijnmakers. Al in 1912 was dit huis verantwoordelijk voor de export van de Campania wijnen naar onder andere Zuid-Amerika. Na de tweede WO was het Antonio Mastroberardino die het huis weer nieuw leven in blies. In de 2de WO hadden de wijnkelders als schuilkelder gediend. Er schijnen nog mooie kunstwerken op de muren te vinden te zijn. Aan het einde van de oorlog hadden de Duitsers alle wijnvaten vernietigd, vader Mastroberardino was overleden en de 18-jarige Antonio moest vanaf niets weer alles opbouwen en hij begon met het opnieuw aanplanten van de lokale druivensoorten: Fiano, Greco en Aglianico. In 1996 is hij een project gestart om de wijnen te maken zoals deze in de 1ste eeuw gemaakt werden voordat Vesuvius uitbarstte. Dit heeft in 2001 geleid tot de wijn met de naam Villa dei Misteri die nog steeds gemaakt worden.